dinsdag 21 oktober 2014

Hoeveel water gaat er in dit zwembad?

SPOILERALERT

Je hebt van die momenten dat je getriggerd wordt. Deze tweet van David van der Kooij was zo'n moment. Het volgende plaatje staat in de tweet:


Maar waarom word ik getriggerd? Er was, en is, voor mij geen noodzaak om te weten hoeveel water er in een zwembad gaat, laat staan hoe je zou kunnen bepalen hoeveel water er in een zwembad gaat. Maar ik vind puzzelen wel leuk, en als er staat 'verschillende manieren' lees ik direct 'zoveel mogelijk verschillende manieren'. Uitdaging dus! Daarnaast heeft creativiteit nogal wat overlap met nieuwsgierigheid, een concept waar ik bovenmatig in geïnteresseerd ben. (Nieuwsgierigheid staat centraal in mijn onderzoek dat ik ga doen om er, hopelijk voor volgend jaar juli, mijn masterthesis over te schrijven.) En nieuwsgierigheid heeft hier een grote rol. Nieuwsgierigheid zorgde ervoor dat ik de tweet wat beter bekeek. Vervolgens confronteerde de inhoud van de tweet mij er mee dat er blijkbaar verschillende manieren om zwembadwater 'op te meten' zijn, die ik niet ken. Robert-Jan Simons definieert nieuwsgierigheid als een toestand van bewust niet weten, en het wel willen weten (Simons, 2012; 2013). Dat dekt aardig de lading van mijn toestand op dat moment! In het vertrouwen dat nieuwsgierigheid ervoor zorgt dat je meer mogelijkheden ziet (Kashdan, 2010), ben ik aan de slag gegaan.

Wat zou een zeer nieuwsgierig persoon doen? Vragen stellen! Ik heb het probleem dus op zoveel mogelijk manieren benaderd door er vragen over te stellen. Wat als het een heel klein zwembad is? Wat zijn de eigenschappen van water? Wat als je heel veel tijd zou hebben? Kun je erachter komen als je het zwembad leeghaalt? Als je het vult? Welke materialen zou ik kunnen gebruiken? Al vragen stellend kwamen de ideeën bijna vanzelf.
Als ik heel veel tijd zou hebben zou ik het zwembad leegscheppen met een maatbeker en tellen hoe vaak ik schep. (Deze kan ook andersom, met een maatbeker het zwembad volscheppen. Maar dat telt niet als een extra manier vind ik...)
Water is een kilo per liter (heel erg ongeveer). Als we het zwembadwater in een grote tankwagen pompen, zetten we de tankwagen op een weegbrug. Daar trekken we het gewicht van de tankwagen weer van af.
Water verdampt. Niet alleen als je het kookt. Je ziet boven zwembaden altijd zo'n damp hangen. Zou er niet een manier zijn om uit te rekenen hoe snel dat gaat? Jazeker!
Uitrekenen. Bereken de inhoud van het zwembad en je weet hoeveel water er in gaat. 
Toevallig lag er een brief van het waterbedrijf naast mijn computer. Aha! Als ik een leeg zwembad heb, noteer ik de waterstand en laat het zwembad dan vollopen. Dan kan ik weer op de watermeter kijken om de hoeveelheid water uit te rekenen. 
Vol laten lopen met de tuinslang gaat natuurlijk lang duren, maar hoe lang? Bepaal eerst hoeveel liter water per minuut de tuinslang geeft, en hou daarna de tijd bij als je de tuinslang in het zwembad hangt.
Verder kwam ik niet. Ik zit nog te denken aan bepaalde chemische reacties, of zou je de weerstand kunnen meten als je elektriciteit door het zwembad heen stuurt, of... of... een groot deksel op het zwembad met een hele kleine opening, het water in het zwembad aan de kook brengen en kijken hoeveel ballonnen je kunt vullen met de waterdamp... (Ik was dus ook weer niet zó nieuwsgierig dat ik dat allemaal heb uitgezocht).

Het lijkt mij dat deze opdracht laat zien hoe je, ook op school, creativiteit kunt aanwakkeren. Bang dat je op deze manier niet aan de verplichte leerstof toekomt? Kijk hoe een 'simpele' vraag als deze mogelijkheden geeft om op in te haken. Als je toch iets zekerder van je zaak wilt zijn, bekijk dan vooral deze geweldige TED talk van Dan Meyer. Hij gebruikt een soortgelijke opdracht als voorbeeld hoe hij leerlingen wiskundig leert redeneren, in plaats van ze de stappen voor te kauwen. Als een belangrijk doel van onderwijs is om kinderen te laten / leren nadenken, is creativiteit onmisbaar. Zowel bij docent als bij leerling!

P.S.1: Wie heeft er meer oplossingen? Ik ben nu passief nieuwsgierig :)

P.S.2: Ik moest wel denken aan het beroemde onderzoek*, waarbij er aan kinderen en volwassenen gevraagd werd om alternatieve toepassingen te verzinnen voor een paperclip. Twee procent van de volwassenen scoorde op genius level, tegenover maar liefst achtennegentig procent van de kleuters. Zou dat ook al gelden voor de peuter die ik thuis heb lopen? Ik liet hem het plaatje zien en stelde hem de vraag hoe je erachter zou kunnen komen hoeveel water dat was. Hij zei, na lang nadenken: 'ik denk... drie.' Wat mij betreft direct het bewijs (n=2, ik weet het) dat je een kennisbasis nodig hebt om creatief te kunnen zijn.

*moest flink zoeken, maar komt uit Breakpoint and Beyond: Mastering the Future Today, George Land & Beth Jarman. Ken Robinson refereert eraan in zijn beroemde youtubefilmpje.


Literatuur:
Kashdan, T. D. (2010). Nieuwsgierig? Houten: Spectrum

Simons, R. -J. (2012). Nieuwsgierigheid. In M. Ruijters & R. -J. Simons (Red.), Canon van het leren (pp. 423-431). Deventer: Kluwer

Simons, R. -J. (2013). Mindshifting: (Hoe) kunnen we mindsets veranderen? Afscheidsrede in verkorte vorm uitgesproken op 19 december 2013 te Utrecht. Gevonden op 21 oktober 2014, op http://visieopleren.nl/assets/mindshifting17122013(2).pdf

woensdag 15 oktober 2014

De Onderwijsdagen 2014 - 1

Volgende maand zijn de Onderwijsdagen. Pardon, Dé Onderwijsdagen! Het congres dat, volgens de site, inzicht biedt in de trends en ontwikkelingen op het gebied van ICT in onderwijs. Dat kun je rustig een uitdaging noemen... de ontwikkelingen gaan rap, wellicht het duidelijkst geïllustreerd door de zogeheten O4NT-Steve Jobsscholen. Maar er bestaan ook nog docenten zoals in deze column, onbekend met de techniek, en al helemaal met de mogelijke meerwaarde van die techniek. De eerste uitdaging van zo'n congres zal zijn om zowel de door de wol geverfde ICT gebruikers als de noobs aan te spreken. Al vraag ik me voorlopig even af of die laatsten ook op zo'n congres zullen verschijnen. Een tweede uitdaging voor zo'n congres lijkt me om te dealen met het verschil in tempo tussen de 'trends en ontwikkelingen op het gebied van ICT' en het tempo waarmee die ontwikkelingen ingepast worden in het onderwijs.

Anyway. Ik weet eigenlijk nog niet of ik ga, er moet een dag studieverlof voor opgenomen worden en dat betekent voor mij (ik wil graag op de woensdag, want VO dag) 7 uur lesuitval. Maar aangezien ik uitgenodigd ben, op voorwaarde dat ik erover blog, schrijf ik dit maar vast voor de zekerheid! Ik ben zeker niet de enige, alle blogs zijn straks hier te vinden. @karinwinters heeft daar al de aftrap gedaan voor dit jaar.

In dit blog beschrijf ik mijn eigen ervaringen met ICT in de klas en mijn hulpvragen die ik daarbij heb. In mijn volgende blog (als ik zeker weet dat ik kan gaan) kijk ik vooruit naar het programma en beslis ik welke sessies ik ga volgen.

In de les Sport & Bewegen
Vooralsnog ben ik voornamelijk docent Sport & Bewegen. Het gymlokaal is op het eerste gezicht niet de meest logische plek voor computers en beeldschermen, maar niets is minder waar. Op mijn school werken we al een aantal jaar met TimeWarp. Enthousiast gemaakt door een bijscholing die ik volgde, overtuigde ik de rest van de sectie en schaften we het hele pakketje aan. TimeWarp is een softwarepakket dat, in combinatie met een videocamera en een laptop, een paar prachtige mogelijkheden biedt. De meestgebruikte is om de beelden met, zelf in te stellen, vertraging op de laptop te tonen. De leerlingen kunnen dus steeds hun eigen actie (salto, fosbury flop, ...) terugzien. De beelden kun je vervolgens ook terugspoelen, stilzetten, vertraagd afspelen. Op deze manier kun je leerlingen niet alleen zeggen wat ze beter kunnen doen, je kunt het ze ook laten zien.

Met terugwerkende kracht heb ik toch een beetje spijt van deze aankoop. Het is gepruts om alles op te zetten, alleen geschikt voor individuele feedback, het systeem is kwetsbaar en niet mobiel. Ondertussen pak ik vaker even mijn iPhone om Ubersense te gebruiken dan dat ik de hele TimeWarp opstelling in elkaar knutsel. We hadden met de sectie destijds veel beter onderzoek moeten doen. Allereerst naar wat we precies willen, hoe apparatuur daar bij zou kunnen helpen in de zaal, en welke mogelijkheden er daar nog meer voor waren.

In Het Groene Lyceum
Verder ben ik actief als coach in Het Groene Lyceum. Ik begeleid de leerlingen bij hun wekelijkse project / onderzoeksdag. De leerlingen hebben allemaal de beschikking over een laptop. Lessen, opdrachten en projecten staan in een elektronische leeromgeving. Leerlingen maken gebruik van de laptop voor Google, verslagen en het maken van presentaties. En dat is het, eerlijk gezegd, ook wel zo'n beetje. Het hangt behoorlijk van de docent af hoe we gebruik maken van de laptop, als 'dat ding' al niet alleen als storend ervaren wordt. Op de onderzoeksdag probeer ik wel toepassingen te zoeken die passen bij de activiteiten die gedaan worden. Een paar voorbeelden: Ik gebruik een Symbaloopagina per project om nuttige informatie en filmpjes op te verzamelen. Als discussiestarter gebruik ik Padlet, voor voorkennis activeren Kahoot, en Socrative regelmatig om feedback te vragen of om te laten reflecteren. Verder is het vooral incidenteel. Leerlingen maakten hun presentatie  met Adobe Voice. Een leerling ontwierp zijn maquette voor het project 'wonen' met behulp van Minecraft. Ik heb eens een twitterspreekuur georganiseerd met een wetenschapster (@lalalalinder). Allemaal top. Maar niet structureel.

Hulpvragen
Mijn ervaringen tot nu toe leren me dat het mis gaat aan de basis. Met wat er is ben ik best in staat om af en toe succesvolle lessen te geven. Maar zonder stevig fundament voelt het nogal wankel. Tijdens de Onderwijsdagen zou ik er graag achterkomen wat er voor een stevige basis nodig is. Welke factoren moeten we rekening mee houden? Wat is belangrijk voor docent? Voor leerling? Voor de organisatie? Voor het systeem? Die bagage zou ik graag weer mee terug nemen naar mijn eigen school! En nu maar hopen dat ik kan...