donderdag 19 mei 2016

Beoordelen bij LO - enquête deel 2

Beoordelen bij Lichamelijke Opvoeding houdt me nogal bezig. Vanuit een pedagogisch perspectief (zie bijv. mijn blog over het prachtige risico van bewegingsonderwijs), maar ook vanuit een meer onderwijskundig perspectief: past de manier van beoordelen wel bij wat we willen beoordelen? Omdat ik nieuwsgierig was hoe collega's hiermee omgaan, heb ik een enquête uitgezet. In het eerste deel daarvan (resultaten heb ik hier uitgebreid beschreven) heb ik gevraagd naar het waarom, wat, wie en vorm van beoordelen. Wat in dat deel vooral opviel is dat docenten lichamelijke opvoeding het belangrijk vinden om - bij de beoordeling! - naar meer te kijken dan het trucje alleen, er wordt gelet op inzet, houding, sportiviteit, het uitvoeren van rollen en wat al niet meer. Wat daarna opvalt is dat het toch vooral de docent is die de beoordeling doet, ondanks dat er blijkbaar heel veel beoordeeld moet worden. De weergave van beoordelingen is uiteindelijk vrij klassiek, het leeuwendeel van de docenten vangt de prestaties, progressie, houding, inzet (etcetera) in een cijfer. 

In dit blog probeer ik een goede samenvatting te geven van de antwoorden op de 'praktijkvragen' uit het tweede deel van de enquête. Hoe ga je bij het beoordelen om met zwakke bewegers of juist excellente bewegers? Hoe beoordeel je zoiets als de duurloop?

zaterdag 7 mei 2016

Beoordelen bij LO - enquête deel 1

Beoordelen. Ik vind het maar lastig. Omdat het subjectief is bijvoorbeeld. Hoe we ons best ook doen, met niveaubeschrijvingen bijvoorbeeld, er blijft nogal wat te interpreteren. Dat is in sommige gevallen prima op te lossen, vooral bij meetbare onderdelen. Je kunt namelijk heel objectief een gelopen tijd, een gesprongen hoogte of geworpen afstand meten. Maar is die tijd, hoogte of afstand niet meer een resultaat van aanleg dan van wat er in de les geleerd is? Ik vind beoordelen ook complex. We willen leerlingen een eerlijk beeld geven van wat ze kunnen, maar ook of ze zijn vooruitgegaan, of ze zich hebben ingezet, of ze sportief waren, of ze anderen hebben geholpen, of ze altijd op tijd in de les waren, of ze enzovoort. In hoeverre is een cijfer dan nog een handige representatie? Maar, als belangrijkste, ik vind dat beoordelen regelmatig het leren, het plezier, het DOEL van bewegingsonderwijs in de weg staat. Bijvoorbeeld op dat moment dat ik een meisje (heel angstig bij het kastspringen, na vier lessen toch een wendsprongetje) omstandig sta uit te leggen hoe trots ze moet zijn op haar 6. Dat alles bij elkaar, was ik wel benieuwd hoe collega's dat aanpakken! Met dank aan de vele retweets van mijn oproep via twitter is mijn enquête hierover uiteindelijk 33 keer ingevuld. De enquête bestaat uit grofweg twee delen. In het eerste deel heb ik gevraagd naar het wat, wie, waarom van beoordelen en in het tweede deel heb ik gevraagd naar concrete voorbeelden. In dit blog een weergave en interpretatie van de resultaten van het eerste deel.