dinsdag 12 april 2016

Pitchen voor het LOFonds

Gisteren stelde ik op twitter deze vraag:
Nu heb ik niet een enorme schare volgers die altijd op alles reageren, maar dit maakte toch wel wat los. De reacties liepen enorm uiteen. Mensen die met afgrijzen terugdenken aan "dingen met ringen en kasten", maar ook iemand die juist in deze lessen zelfvertrouwen opdeed. Uit de reacties vallen ook lessen te trekken, en die sterken mij in mijn overtuiging om het anders te doen.

Uit de reacties maak ik onder andere het volgende op:

* Je doet er toe als leraar. De aandacht die je geeft, of die je niet geeft. Je enthousiasme! Het wordt onthouden.

* Leren gaat niet alleen maar door te doen. Van een coopertest (met een minimale afstand voor een voldoende) leren kinderen geen hardlopen.

* Bied veel verschillende sporten aan! Laat kinderen ontdekken wat ze nog niet kennen!

* Niet alle kinderen kunnen een identiek trucje op hetzelfde moment, op dezelfde manier, in dezelfde situatie.  Wel alle kinderen vinden het leuk om vaardiger te worden.

* Pedagogiek is een ondergeschoven kindje (geweest). Vooral de gevolgen van onpedagogisch handelen dragen ver. Voor mij een scherpe waarschuwing om in de gaten te houden dat alles wat we doen óf juist niet doen onze leerlingen iets kan leren.

* De kleedkamers regelmatig luchten is een goed idee.

Om iedereen gerust te stellen, deze lessen zijn voor mij niet nieuw. Het sterkt me wel in een traject dat ik onlangs ben ingegaan: de aanvraag voor een subsidie uit het Lerarenontwikkelfonds (link). Morgen pitch ik mijn aanvraag tijdens een zogeheten lerarenlab in Utrecht. In 2 minuten moet ik iets vertellen over mezelf en het wat, hoe en waarom van het idee. Dit lijkt me een mooi moment om die pitch alvast met jullie te delen. (En ik ben nu uiteraard ook benieuwd naar de reacties!)

Intro
Stel je een koprol voor. Of eigenlijk twee koprollen, uitgevoerd door twee verschillende leerlingen. De uitvoering verschilt nogal en dus ook het daaraan gekoppelde cijfer… Maar zegt dit cijfer ook iets over het leren? Leerling 1 turnt en maakte al een perfecte koprol voordat ze bij ons op school kwam. Leerling 2 heeft een onhandig lijf en een hoop negatieve gymzaalervaringen opgedaan voordat ze bij ons op school kwam, maar heeft keihard geoefend en gaat nu in het tweede jaar over de kop. Doen we het leren niet tekort met een cijfer? Laten we dat leren juist zichtbaar maken!

Wie
Ik ben Martijn Sytsma, ik ben leraar sport & bewegen op het AOC Oost in Almelo. En wat ik wil is het leren van leerlingen zichtbaar maken.

Wat
Samen met de ‘praktische’ secties (sport&bewegen, kunst&cultuur, groene praktijkvakken, techniek)van het AOC Oost in Almelo willen we onderwijs ontwikkelen waarin we niet alleen het product waarderen, maar ook expliciete aandacht geven aan het proces en de individuele ontwikkeling van leerlingen. Als hulpmiddel willen we hiervoor een digitaal portfolio inzetten, waarmee leerlingen hun leren - ook over meerdere jaren - letterlijk zichtbaar kunnen maken. Bijvoorbeeld op beeld, in niveaubeschrijvingen, in feedback en door middel van reflectie.

Hoe
De subsidie willen we gebruiken om tijd mee te kopen voor de betrokken leraren van de verschillende secties. Die tijd gebruiken we om in de vorm van een soort actieonderzoek te werk te gaan. We denken samen na over waarom, wat, wie en hoe, gaan er in de secties mee aan de slag, evalueren wat we gedaan hebben en verbeteren op basis van die evaluatie.

Waarom
Dit willen we allereerst vanuit een pedagogische perspectief. Wat leer je een leerling - die hard heeft gewerkt, plezier heeft gehad en vooruit is gegaan - als je een onvoldoende geeft voor iets als een koprol? De kans is zeer reëel dat deze leerling leert dat er voor hem of haar geen plek is in de sport. Dat moet anders kunnen. Het werken met een portfolio geeft de kans om het werken met vaste normen los te laten en de leerling veel vaker te vergelijken met zichzelf.

Dit willen we als tweede vanuit een onderwijskundig perspectief. Ons initiatief geeft leerlingen en leraren zicht op het beginniveau, inzet, motivatie en manier van werken, gekoppeld aan een eindproduct. Dat geeft handvatten voor feedback (wat heb je gedaan?), feedup (waar wil/moet je naartoe?) en feedforward (hoe kom je daar?). Zo verschuift de aandacht naar het leerproces in plaats van het 'kale cijfer'. Door dit over langere tijd (de schoolloopbaan) te doen, wordt groei zichtbaar gemaakt: motiverend voor de leerling, maar zeker ook voor de leraar.

Docent-onafhankelijk kunnen leerlingen hun eigen ontwikkeling maken, waarbij je de kennis en vaardigheden van alle vakken en alle jaren mee kan nemen en op voort kan bouwen.

Als laatste is 'vaardiger worden' niet het enige doel van ons onderwijs. Het gaat er ook om te leren 'hoe het hoort' en om je plaats in de wereld te vinden. Een portfolio is een mooie plek om vragen daarover te laten terugkomen. 'Wat is jouw motivatie om te sporten?' 'Wat vind je mooi aan kunst?' 'Wat gaat er op stage heel anders dan op school?'

Dus daarom: leren zichtbaar maken in de praktijk!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten